jheronimus bosch

 

Het is toch eigen aan een allerellendigste geest, zich steeds van gemeenplaatsen te bedienen en nooit van eigen vondsten.

Jheronimus Bosch

 

Duivels. Dat zijn de voornaamste bewoners van het universum van Jheronimus Bosch. Volgens de vijftiende-eeuwse Bossche schilder openbaren deze nare creaturen zich in talloze verleidingen waartegen het maar moeilijk weerstand bieden is. Toch is dat waartoe hij zijn publiek oproept. Want wie zwicht voor de aantrekkingskracht van geld, macht, seks of drank stelt niet alleen zijn eigen zielenheil in de waagschaal, maar brengt uiteindelijk ook de samenleving als geheel in gevaar. Het is precies die ideeënwereld die centraal staat in Het valse paradijs. Kroniek van een moordenaar.

 

Van Joen tot jheronimus

Bosch wordt rond 1450 geboren als vierde van in totaal vijf kinderen van schilder Anthonius van Aken en diens vrouw Aleid van der Mynnen. Zijn ouders noemen hem Joen, maar zelf zal hij later zijn werken tekenen met een Latijnse variant daarop: Jheronimus. Op twaalfjarige leeftijd verhuist de jongen met zijn ouderlijk gezin naar een pand aan de Markt. Over zijn jeugd is weinig bekend, maar het ligt voor de hand dat hij in die jaren niet enkel een opleiding aan de Latijnse school volgt, maar vooral door zijn vader in het atelier wordt onderwezen. Rond zijn dertigste levensjaar trouwt Jheronimus met de welvarende Aleid van de Meervenne, waarna hij bij haar intrekt. Vanuit zijn nieuwe huis, ook aan de Markt gelegen, kan de talentvolle schilder zich volledig richten op zijn werk.

 

Bizarre associaties

En wat voor werk! Met zijn vooruitstrevende vindingrijkheid ontwikkelt Bosch een volstrekt nieuwe beeldtaal, die bol staat van bizarre associaties. Hoewel zijn schilderijen zich daardoor op detailniveau moeilijk laten ontcijferen, is de hoofdboodschap van de meeste werken helder: wie verwerpelijk gedrag vertoont, riskeert een verblijf in de hel. Denk bijvoorbeeld aan de triptiek van de Hooiwagen, dat naar hooi (=geld) grijpende figuren toont – wie de kar maar lang genoeg volgt, zal eeuwig branden. De vrijende stelletjes op het middenpaneel van de Tuin der Lusten, die zich van God noch gebod iets aantrekken, naderen hetzelfde vreselijke eindstation. Of Bosch zelf in staat is geweest dergelijk ‘zot’ gedrag te vermijden, zullen we nooit weten. Vast staat wel dat hij bij zijn dood in 1516 een hoogst origineel oeuvre heeft achtergelaten, dat nog altijd de fantasie prikkelt.

 

Het valse paradijs

In Het valse paradijs. Kroniek van een moordenaar is iets soortgelijks aan de hand als op de werken van Bosch. Al vroeg in het verhaal leren we dat de anonieme verteller, een marskramer, zich gedraagt op een manier die door de schilder en zijn geestesverwanten niet zou worden gewaardeerd. Zijn verblijf in dranklokalen en bordelen, en zijn afkeer van burgerlijk en kerkelijk gezag, vormen een recept voor een enkele reis naar de hel. Echter, wie goed kijkt naar de eigenzinnige drieluiken van de beroemdste zoon van ‘s-Hertogenbosch weet dat er altijd een kleine kans op verlossing bestaat. Geldt dat ook voor onze held? En zo ja, zal hij die kans dan grijpen? Of zijn de lessen van Bosch aan dovemansoren gericht?

Portret van Jheronimus Bosch door Hendrick Hondius. Bron: Rijksstudio/Rijksmuseum

 

Verzoeking van de heilige Anthonius door een navolger van Jheronimus Bosch. Bron: Rijksstudio/Rijksmuseum